Filters

WEERGAVE NIVEAU/ONDERDEEL

Moderne vreemde talen


Primair onderwijs

In het primair onderwijs zijn de curriculumitems uitgewerkt aan de hand van het vakleergebied Engels, met uitsplitsing naar inhoudslijnen en clusters.

 

Voortgezet onderwijs

In het voortgezet onderwijs wordt dit leergebied Engels genoemd, waar de volgende wettelijke vaknamen ondervallen:

  • Engelse taal (vmbo) en Engelse taal en literatuur (havo/vwo) en Engelse taal (havo/vwo)
  • Duitse taal (vmbo) en Duitse taal en literatuur (havo/vwo) en Duitse taal (havo/vwo)
  • Franse taal (vmbo) en Franse taal en literatuur (havo/vwo) en Franse taal (havo/vwo)
  • Spaanse taal (vmbo) en Spaanse taal en literatuur (havo/vwo) en Spaans elementair (havo/vwo) en Spaanse taal (havo/vwo)
  • Italiaanse taal en literatuur (havo/vwo) en Italiaans elementair (havo/vwo) en Italiaanse taal (havo/vwo)
  • Turkse taal (vmbo) en Turkse taal en literatuur (havo/vwo) en Turks elementair (havo/vwo) en Turkse taal (havo/vwo)
  • Russische taal en literatuur (havo/vwo) en Russisch elementair (havo/vwo) en Russische taal (havo/vwo)
  • Arabische taal (vmbo) en Arabische taal en literatuur (havo/vwo) en Arabisch elementair (havo/vwo) en Arabische taal (havo/vwo)
  • Chinese taal en cultuur (vwo) en Chinese taal en cultuur (elementair) (vwo)

 

Het leergebied bevat kerndoelen en de wettelijke vaknamen bevatten eindtermen. Beide zijn uitgesplitst naar vakkernen, vaksubkernen en vakinhouden.

Overzicht curriculum

Primair onderwijs
Vakleergebied

Engels

  • kerndoel 13

    De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten.

  • kerndoel 14

    De leerlingen leren in het Engels informatie te vragen of geven over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij ze zich durven uit te drukken in die taal.

  • kerndoel 15

    De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige woorden over alledaagse onderwerpen.

  • kerndoel 16

    De leerlingen leren om woordbetekenissen en schrijfwijzen van Engelse woorden op te zoeken met behulp van het woordenboek.

Voortgezet onderwijs
Vakleergebied

Engels

  • kerndoel 11

    De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Engels, Duits, Frans of Spaans door veel te luisteren naar gesproken en gezongen teksten.

  • kerndoel 12

    De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Engelse, Duitse, Franse of Spaanse woordenschat.

  • kerndoel 13

    De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Engels, Duits, Frans of Spaanstalige teksten.

  • kerndoel 14

    De leerling leert in Engels, Duits, Frans of Spaanstalige schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen.

  • kerndoel 15

    De leerling leert in spreektaal anderen een beeld te geven van zijn dagelijks leven.

  • kerndoel 16

    De leerling leert standaardgesprekken te voeren om iets te kopen, inlichtingen te vragen en om hulp te vragen.

  • kerndoel 17

    De leerling leert informeel contact in het Engels, Duits, Frans of Spaans te onderhouden via e-mail, brief en chatten.

  • kerndoel 18

    De leerling leert welke rol het Engels, Duits, Frans of Spaans speelt in verschillende soorten internationale contacten.

bb-0071
kb-0071
gl-0071
bb-0053
kb-0053
gl-0053
bb-0063
kb-0063
gl-0063
bb-0081
kb-0081
gl-0081
bb-0101
kb-0101
gl-0101
bb-0111
kb-0111
gl-0111

MVT/K/1

  • eindterm 1
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en het belang van de Moderne Vreemde Talen in de maatschappij.

    SE SE SE
MVT/K/2

  • eindterm 2
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven, verwerken en presenteren.

    SE SE SE
MVT/K/3

  • eindterm 3
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan strategische vaardigheden toepassen die bijdragen tot:

    CE CE CE

    − het bereiken van verschillende lees-, schrijf-, luister- en kijk-, en spreek-en gespreksdoelen

    − de bevordering van het eigen taalleerproces

    − het compenseren van eigen tekortschietende taalkennis of communicatieve kennis

    − kennis van land en samenleving toepassen bij het herkennen van cultuuruitingen

MVT/K/4

  • eindterm 4
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan:

    CE CE CE

    − aangeven welke relevante informatie een tekst bevat, gegeven een bepaalde informatiebehoefte

    − de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven

    − de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven

    − gegevens uit één of meer teksten met elkaar vergelijken en daaruit conclusies trekken

    − verbanden tussen delen van een tekst aangeven.

MVT/K/5

  • eindterm 5
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan:

    CE CE CE

    − aangeven welke relevante informatie een tekst bevat, gegeven een bepaalde informatiebehoefte

    − de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven

    − de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven

    − anticiperen op het meest waarschijnlijke vervolg van een gesprek.

MVT/K/6

  • eindterm 6
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan:

    SE SE SE

    − adequaat reageren in veel voorkomende sociale contacten, zoals begroeten

    − informatie geven en vragen

    − naar een mening/oordeel vragen en een mening/oordeel geven

    − uitdrukking geven aan en vragen naar (persoonlijke) gevoelens

    − een persoon, object of gebeurtenis, ook uit het verleden en in de toekomst, beschrijven.

MVT/K/7

  • eindterm 7
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan:

    CE CE CE

    − (persoonlijke) gegevens verstrekken

    − een kort bedankje, groet of goede wensen schriftelijk overbrengen

    − een briefje schrijven om informatie te vragen of te geven, om verzoeken of voorstellen te doen of daarop te reageren, om gevoelens te uiten en ernaar te vragen

    − op eenvoudig niveau briefconventies gebruiken.

MVT/V/1

  • eindterm 8
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan:

    CE

    − het gebruik van speciale stijlmiddelen herkennen

    − conclusies trekken met betrekking tot het schrijfdoel, de opvattingen, de gevoelens van de auteur en tot het beoogde publiek.

MVT/V/3

  • eindterm 9
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan kennis van land en samenleving rond bepaalde onderwerpen toepassen bij het herkennen en interpreteren van cultuuruitingen die specifiek zijn voor het taalgebied of daarmee in directe relatie staan.

    CE
MVT/V/4

  • eindterm 10
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan zelfstandig informatie verwerven, verwerken en verstrekken in het kader van het sectorwerkstuk.

    SE
MVT/V/5

  • eindterm 11
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan de vaardigheden uit het kerndeel in samenhang toepassen.

    CE
ha-1002
vw-1002
ha-1003
vw-1003
ha-1004
vw-1004
ha-1005
vw-1005
ha-1007
vw-1007
ha-1006
vw-1006
ha-1008
vw-1008
ha-1009
vw-1009

A

  • eindterm 1
    HAVOVWO

    De kandidaat kan:

    CE CE

    – de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven;

    – de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven;

    – relaties tussen delen van een tekst aangeven;

    – conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur.

B

  • eindterm 2
    HAVOVWO

    De kandidaat kan:

    SE SE

    – aangeven welke informatie relevant is, gegeven een vaststaande behoefte;

    – de hoofdgedachte van een tekst aangeven;

    – de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven;

    – conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de spreker(s);

    – anticiperen op het meest waarschijnlijke vervolg van een gesprek;

    – aantekeningen maken als strategie om een tekst aan te pakken.

C

C1

  • eindterm 3
    HAVOVWO

    De kandidaat kan:

    SE SE

    – adequaat reageren in sociale contacten met doeltaalgebruikers;

    – informatie vragen en verstrekken;

    – uitdrukking geven aan gevoelens;

    – zaken of personen beschrijven en standpunten en argumenten verwoorden;

    – strategieën toepassen om een gesprek voortgang te doen vinden.

C2

  • eindterm 4
    HAVOVWO

    De kandidaat kan verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en standpunten en argumenten verwoorden.

    SE SE
D

D1

  • eindterm 5
    HAVOVWO

    De kandidaat kan:

    SE SE

    – adequaat reageren in schriftelijke contacten met doeltaalgebruikers;

    – informatie vragen en verstrekken;

    – verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en uitdrukking geven aan gevoelens en standpunten verwoorden;

    – een verslag schrijven. Voor havo: geldt alleen voor Engelse en Turkse taal en literatuur.

D2

  • eindterm 6
    HAVOVWO

    De kandidaat kan met behulp van:

    SE SE

    – een tekstverwerkingsprogramma een tekst schrijven;

    – (elektronisch) naslagmateriaal teksten opstellen.

E

E1

  • eindterm 7
    HAVOVWO

    De kandidaat kan beargumenteerd verslag uitbrengen van zijn leeservaringen met ten minste drie literaire werken.

    SE SE
E2

  • eindterm 8
    HAVOVWO

    De kandidaat kan literaire tekstsoorten herkennen en onderscheiden, en literaire begrippen hanteren in de interpretatie van literaire teksten.

    SE
E3

  • eindterm 9
    HAVOVWO

    De kandidaat kan een overzicht geven van de hoofdlijnen van de literatuurgeschiedenis en de gelezen literaire werken plaatsen in dit historisch perspectief.

    SE
ha-1012
vw-1012
ha-1014
vw-1014
ha-1013
vw-1013
ha-1015
vw-1015
ha-1016
vw-1016

A

  • eindterm 1
    HAVOVWO

    De kandidaat kan:

    SE SE

    – aangeven welke informatie relevant is, gegeven een vaststaande behoefte;

    – de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven;

    – de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven;

    – relaties tussen delen van een tekst aangeven;

    – conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur.

B

  • eindterm 2
    HAVOVWO

    De kandidaat kan:

    SE SE

    – aangeven welke informatie relevant is, gegeven een vaststaande behoefte;

    – de hoofdgedachte van een tekst aangeven;

    – de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven;

    – aantekeningen maken als strategie om een tekst aan te pakken.

C

C1

  • eindterm 3
    HAVOVWO

    De kandidaat kan:

    SE SE

    – adequaat reageren in sociale contacten met doeltaalgebruikers;

    – informatie vragen en verstrekken;

    – uitdrukking geven aan gevoelens;

    – zaken of personen beschrijven;

    – enkele strategieën toepassen om een gesprek gaande te houden.

C2

  • eindterm 4
    HAVOVWO

    De kandidaat kan verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en standpunten verwoorden.

    SE SE
D

D1

  • eindterm 5
    HAVOVWO

    De kandidaat kan:

    SE SE

    – adequaat reageren in schriftelijke contacten met doeltaalgebruikers;

    – informatie vragen en verstrekken;

    – verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en uitdrukking geven aan gevoelens en standpunten verwoorden.

D2

  • eindterm 6
    HAVOVWO

    De kandidaat kan met behulp van:

    SE SE

    – een tekstverwerkingsprogramma een tekst schrijven;

    – (elektronisch) naslagmateriaal teksten opstellen.

vw-1052

A

  • eindterm 1
    HAVOVWO

    De kandidaat kan:

    SE

    – aangeven welke informatie relevant is, gegeven een vaststaande behoefte;

    – de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven;

    – de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven;

    – relaties tussen delen van een tekst aangeven;

    – conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur.

B

  • eindterm 2
    HAVOVWO

    De kandidaat kan:

    SE

    – aangeven welke informatie relevant is, gegeven een vaststaande behoefte;

    – de hoofdgedachte van een tekst aangeven;

    – de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven;

    – conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de spreker(s);

    – anticiperen op het meest waarschijnlijke vervolg van een gesprek;

    – aantekeningen maken als strategie om een tekst aan te pakken.

C

C1

  • eindterm 3
    HAVOVWO

    De kandidaat kan:

    SE

    – adequaat reageren in sociale contacten met doeltaalgebruikers;

    – informatie vragen en verstrekken;

    – uitdrukking geven aan gevoelens;

    – zaken of personen beschrijven en standpunten en argumenten verwoorden;

    – strategieën toepassen om een gesprek voortgang te doen vinden.

C2

  • eindterm 4
    HAVOVWO

    De kandidaat kan verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en standpunten en argumenten verwoorden.

    SE
D

D1

  • eindterm 5
    HAVOVWO

    De kandidaat kan met gebruik van handmatig geschreven karakters:

    SE

    – adequaat reageren in schriftelijke contacten met doeltaalgebruikers;

    – informatie vragen en verstrekken;

    – verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en uitdrukking geven aan gevoelens en standpunten verwoorden.

D2

  • eindterm 6
    HAVOVWO

    De kandidaat kan met behulp van een Chinese elektronische tekstverwerker en (elektronisch) naslagmateriaal:

    SE

    – adequaat reageren in schriftelijke contacten met doeltaalgebruikers;

    – informatie vragen en verstrekken;

    – verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en uitdrukking geven aan gevoelens en standpunten verwoorden.

E

E1

  • eindterm 7
    HAVOVWO

    De kandidaat kan beargumenteerd verslag uitbrengen van zijn leeservaringen met ten minste drie literaire werken.

    SE
E2

  • eindterm 8
    HAVOVWO

    De kandidaat kan:

    SE

    – (door middel van voorbeelden) een overzicht geven van uiteenlopende Chinese cultuuruitingen;

    – beargumenteerd verslag uitbrengen van zijn ervaringen met enkele Chinese cultuuruitingen.

vw-1071

A

  • eindterm 1
    HAVOVWO

    De kandidaat kan:

    SE

    – aangeven welke informatie relevant is, gegeven een vaststaande behoefte;

    – de hoofdgedachte van een tekst(gedeelte) aangeven;

    – de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven;

    – relaties tussen delen van een tekst aangeven;

    – conclusies trekken met betrekking tot intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur.

B

  • eindterm 2
    HAVOVWO

    De kandidaat kan:

    SE

    – aangeven welke informatie relevant is, gegeven een vaststaande behoefte;

    – de hoofdgedachte van een tekst aangeven;

    – de betekenis van belangrijke elementen van een tekst aangeven;

    – aantekeningen maken als strategie om een tekst aan te pakken.

C

C1

  • eindterm 3
    HAVOVWO

    De kandidaat kan:

    SE

    – adequaat reageren in sociale contacten met doeltaalgebruikers;

    – informatie vragen en verstrekken;

    – uitdrukking geven aan gevoelens;

    – zaken of personen beschrijven;

    – enkele strategieën toepassen om een gesprek gaande te houden.

C2

  • eindterm 4
    HAVOVWO

    De kandidaat kan verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en standpunten verwoorden.

    SE
D

D1

  • eindterm 5
    HAVOVWO

    De kandidaat kan met gebruik van handmatig geschreven karakters:

    SE

    – adequaat reageren in schriftelijke contacten met doeltaalgebruikers;

    – informatie vragen en verstrekken;

    – verworven informatie presenteren, en daarbij zaken of personen beschrijven en uitdrukking geven aan gevoelens.

D2

  • eindterm 6
    HAVOVWO

    De kandidaat kan met behulp van een Chinese elektronische tekstverwerker en (elektronisch) naslagmateriaal:

    SE

    – adequaat reageren in schriftelijke contacten met doeltaalgebruikers;

    – informatie vragen en verstrekken;

    – verworven informatie presenteren, en daarbij zaken of personen beschrijven en uitdrukking geven aan gevoelens.

E

E1

  • eindterm 7
    HAVOVWO

    De kandidaat kan beargumenteerd verslag uitbrengen van zijn leeservaringen met ten minste drie literaire werken.

    SE
E2

  • eindterm 8
    HAVOVWO

    De kandidaat kan:

    SE

    – (door middel van voorbeelden) een overzicht geven van uiteenlopende Chinese cultuuruitingen;

    – beargumenteerd verslag uitbrengen van zijn ervaringen met enkele Chinese cultuuruitingen.

Geen examenprogramma beschikbaar

Samen maken we goed onderwijs

Nieuwe kennisbank term
Niveau
Type
Niveau:

Type:

Hoofdterm:
Tekst
Zoektermen Zorg ervoor dat je de zoektermen scheidt van elkaar door middel van een ;