Filters

WEERGAVE NIVEAU/ONDERDEEL

Bewegen en sport


Primair onderwijs

In het primair onderwijs zijn de curriculumitems uitgewerkt aan de hand van het vakleergebied Bewegingsonderwijs, met uitsplitsing naar inhoudslijnen en clusters.

 

Voortgezet onderwijs

In het voortgezet onderwijs wordt dit leergebied Bewegen en sport genoemd, waar de volgende wettelijke vaknamen ondervallen:

  • lichamelijke opvoeding (vmbo) en lichamelijke opvoeding (havo/vwo)
  • lichamelijke opvoeding 2 (vmbo) en bewegen, sport en maatschappij (havo/vwo)

 

Het leergebied bevat kerndoelen en de wettelijke vaknamen bevatten eindtermen. Beide zijn uitgesplitst naar vakkernen, vaksubkernen en vakinhouden.

Overzicht curriculum

Primair onderwijs
Vakleergebied

Bewegingsonderwijs

  • kerndoel 57

    De leerlingen leren op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende bewegingscultuur en leren de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren.

  • kerndoel 58

    De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening houden.

Voortgezet onderwijs
Vakleergebied

Bewegen en sport

  • kerndoel 53

    De leerling leert zich mede met het oog op buitenschoolse beoefening op praktische wijze te oriënteren op veel verschillende bewegingsactiviteiten uit gevarieerde gebieden als spel, turnen, atletiek, bewegen op muziek, zelfverdediging en actuele ontwikkelingen in de bewegingscultuur, en daarin de eigen mogelijkheden te verkennen.

  • kerndoel 54

    De leerling leert door middel van uitdagende bewegingssituaties zijn bewegingsrepertoire uit te breiden.

  • kerndoel 55

    De leerling leert de hoofdbeginselen van de bewegingsactiviteiten op eigen niveau toe te passen.

  • kerndoel 56

    De leerling leert tijdens bewegingsactiviteiten sportief te zijn, rekening te houden met de mogelijkheden en voorkeuren van anderen, en respect en zorg te hebben voor elkaar.

  • kerndoel 57

    De leerling leert eenvoudige regelende taken te vervullen die het mogelijk maken, zelfstandig en samen met andere leerlingen bewegingsactiviteiten te beoefenen.

  • kerndoel 58

    De leerling leert door deel te nemen aan praktische bewegingsactiviteiten de waarde van het bewegen voor gezondheid en welzijn kennen en ervaren.

bb-0353
kb-0353
gl-0353

LO1/K/1

  • eindterm 1
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan het belang van bewegen en sport binnen de eigen loopbaan en in de maatschappij verwoorden.

    SE SE SE
LO1/K/2

  • eindterm 2
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan in bewegingssituaties basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, zelfstandig (samen)werken en informatie verwerven en verwerken.

    SE SE SE
LO1/K/3

  • eindterm 3
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat ontwikkelt zich ten aanzien van een aantal vaardigheden in bewegen en sport die bijdragen tot de ontwikkeling van de eigen leerkansen, zoals:

    SE SE SE

    − Kunnen omgaan met regels en een bijdrage leveren aan een sportief verloop en aan de veiligheid van zichzelf en anderen

    − Eenvoudige regeltaken uitvoeren om samen bewegingssituaties op gang te kunnen brengen en houden

    − In bewegingssituaties kunnen omgaan met elementen als lukken en mislukken en winst en verlies

    − Verschillen in prestatieniveau, motieven, interesses, culturele achtergronden en geslacht hanteren binnen bewegingssituaties

    − Oriënteren op de eigen sportloopbaan en eigen voorkeuren aangeven ten aanzien van bewegen en sport

    − Kritisch reflecteren op opgedane ervaringen in relatie tot eigen wensen, motieven en mogelijkheden.

LO1/K/4

  • eindterm 4
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen de volgende spelen uitvoeren:

    SE SE SE

    − Een slag- en loopspel, drie doelspelen, twee terugslagspelen (een vorm van volleybal en keuze uit minstens één vorm van badminton, tennis of tafeltennis), vormen van tik- en afgooispelen

    en daarbij:

    − Zich houden aan afgesproken regels, oog hebben voor veiligheid en regelende taken uitvoeren.

LO1/K/5

  • eindterm 5
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen één of meer van de volgende turnactiviteiten uitvoeren:

    SE SE SE

    − Steun- en vrij springen, herhaald springen, zwaaien, balanceren en acrobatiek

    en daarbij:

    − Adequaat omgaan met risico’s en meehelpen bij regelende taken, waaronder hulpverlenen.

LO1/K/6

  • eindterm 6
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan alleen of samen met anderen één van de volgende vormen van bewegen op muziek uitvoeren:

    SE SE SE

    − Ritme en bewegen, streetdance, jazzdans of conditionele vormen op muziek 

    en daarbij regelende taken uitvoeren, waaronder een eenvoudige variatie ontwerpen en uitvoeren. 

     

    dan wel:

    − indien het bevoegd gezag hier op grond van de identiteit voor kiest, een vorm van bewegen op muziek naar keuze, of een andere bewegingsactiviteit waarbij ritme en tempo bepalend zijn.

LO1/K/7

  • eindterm 7
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen vormen van de volgende atletiekactiviteiten uitvoeren:

    SE SE SE

    − Hardlopen, ver- en hoogspringen en één vorm van werpen, stoten of slingeren

    en daarbij:

    − Basiskenmerken van training aangeven, conditieaspecten meten, oog hebben voor veiligheid en regelende taken uitvoeren.

LO1/K/8

  • eindterm 8
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen één van de volgende vormen zelfverdediging uitvoeren:

    SE SE SE

    − Stoeispelen (bijvoorbeeld: vormen van judo), trefspelen (bijvoorbeeld: vormen van boksen, schermen of karatedo)

    en daarbij:

    − Veiligheidsregels en (etiquette) regels bij zelfverdediging in acht nemen en regelende taken uitvoeren.

LO1/K/9

  • eindterm 9
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan alleen en in samenwerking met anderen twee nieuwe, actuele bewegingsactiviteiten uitvoeren die hij kan kiezen uit een aanbod dat bij voorkeur niet behoort tot één van de hierboven genoemde activiteitengebieden (bijvoorbeeld water-, winter- of outdoorsporten).

    SE SE SE
ha-0353
vw-0353

A

  • eindterm 1
    HAVOVWO

    De kandidaat kan op verantwoorde en perspectiefrijke wijze en met plezier in bewegende en regelende rollen deelnemen aan de bewegingscultuur, en kan aangeven in hoeverre hij daaraan -ook in de toekomst- kan en wil deelnemen.

    SE SE
B

  • eindterm 2
    HAVOVWO

    De kandidaat kan deelnemen aan een variëteit aan bewegingsactiviteiten, waarbij het gaat om:

    SE SE

    – verbreding (leren van nieuwe activiteiten) en verdieping (qua niveau, taken en contexten) van bewegingsactiviteiten die in de onderbouw zijn aangeboden;

    – in elk geval uit het activiteitengebied spelen een slag- en loopspel, twee doelspelen en een terugslagspel, bij voorkeur door de kandidaat te kiezen;

    – minimaal twee door de kandidaat te kiezen bewegingsactiviteiten uit een door de school gedaan aanbod voor de activiteitengebieden turnen, atletiek, bewegen op muziek en zelfverdediging;

    – minimaal drie door de kandidaat te kiezen en voor de kandidaat nieuwe bewegingsactiviteiten die bij voorkeur niet tot één van de hierboven genoemde activiteitengebieden behoren.

C

  • eindterm 3
    HAVOVWO

    De kandidaat kan (samen met anderen) ondersteunende en leidinggevende rollen in bewegingssituaties vervullen, waarbij het gaat om:

    SE SE

    – bewegingssituaties inrichten, op gang brengen en op gang houden;

    – minimaal twee door de leerling te kiezen rollen van instructeur, coach/begeleider, scheidsrechter/jurylid en organisator.

D

  • eindterm 4
    HAVOVWO

    De kandidaat kan op basis van eigen ervaring met en inzicht in de betekenis van sport en bewegen voor de (beleving van) gezondheid in brede zin verantwoord omgaan met belasting en risico’s in bewegingssituaties, en een trainingsprogramma opstellen dat past bij de eigen mogelijkheden.

    SE SE
E

  • eindterm 5
    HAVOVWO

    De kandidaat kan op grond van inzicht in de kenmerken van het aanbod en in de eigen wensen en mogelijkheden ten aanzien van sportdeelname een bewuste keuze maken uit het aanbod aan sport en bewegen in de samenleving.

    SE SE
gl-0352

LO2/K/1

  • eindterm 1
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan het belang van bewegen en sport binnen de eigen loopbaan, vrijwilligerswerk en in de maatschappij verwoorden.

    SE
LO2/K/2

  • eindterm 2
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan basisvaardigheden toepassen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken.

    SE
LO2/K/3

  • eindterm 3
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat ontwikkelt een aantal vaardigheden in bewegen en sport, zoals:

    SE

    – Omgaan met regels en een bijdrage leveren aan een sportief verloop en aan de veiligheid van zichzelf en anderen;

    – Regeltaken uitvoeren om samen bewegingssituaties op gang te kunnen brengen en houden;

    – In bewegingssituaties omgaan met aspecten als lukken en mislukken en winst en verlies;

    – Omgaan met verschillen in prestatieniveau, motieven, interesses, culturele achtergronden en geslacht binnen bewegingssituaties;

    – Zich oriënteren op de eigen sportloopbaan en eigen voorkeuren aangeven ten aanzien van bewegen en sport;

    – Kritisch reflecteren op opgedane ervaringen in relatie tot eigen wensen, motieven en mogelijkheden.

LO2/K/4

  • eindterm 4
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan samen met anderen minimaal één doelspel, twee terugslagspelen, één honkloopspel en diverse tikspelen uitvoeren, waarbij het gaat om verdieping ten opzichte van LO1.

    SE
LO2/K/5

  • eindterm 5
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan alleen en samen met anderen twee verschillende vormen van turnen uitvoeren, waarbij het gaat om verdieping ten opzichte van LO1.

    SE
LO2/K/6

  • eindterm 6
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan twee vormen van bewegen op muziek uitvoeren, waarbij het gaat om verdieping ten opzichte van LO1.

    SE
LO2/K/7

  • eindterm 7
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan alleen en samen met anderen minimaal één loop-, één spring en één werponderdeel uitvoeren, waarbij het gaat om verdieping ten opzichte van LO1.

    SE
LO2/K/8

  • eindterm 8
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan samen met anderen één vorm van zelfverdediging uitvoeren, waarbij het gaat om verdieping ten opzichte van LO1.

    SE
LO2/K/9

  • eindterm 9
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan alleen of samen met anderen twee nieuwe, actuele bewegingsactiviteiten uitvoeren.

    SE
LO2/K/10

  • eindterm 10
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan alleen of samen met anderen diverse regeltaken uitvoeren en één regelende rol uitvoeren waarbij de kandidaat niet zelf als beweger is betrokken.

    SE
LO2/K/11

  • eindterm 11
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan verschillende betekenissen van bewegen en sport aangeven in de samenleving en ook de meer persoonlijke waarde en motieven voor deelname.

    SE
  • eindterm 12
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan:

    SE

    – deelnemen aan een trainings- en fitnessprogramma,

    – de betekenis van bewegen en sport aangeven voor de gezondheid in ruime zin,

    – eerste hulp verlenen bij eenvoudige blessures,

    – afspraken maken die de veiligheid bevorderen.

LO2/K/12

  • eindterm 13
    VMBO-BBVMBO-KBGL/TL

    De kandidaat kan zich oriënteren op beroep of vrijwilligerswerk door het vervullen van (regel)taken in het werkveld van sport en bewegen.

    SE
ha-1038

A

  • eindterm 1
    HAVOVWO

    De kandidaat kan bewegingssituaties kiezen, arrangeren en begeleiden, voor zichzelf maar vooral voor anderen.

    SE
B

B1

  • eindterm 2
    HAVOVWO

    De kandidaat kan deelnemen aan minimaal één doelspel, één terugslagspel en één slag- en loopspel, waarbij het gaat om verdieping van het niveau van deelname voor wat betreft complexiteit van het bewegen, diversiteit in taken en in contexten en het afstemmen van het eigen bewegen op dat van anderen.

    SE SE
B2

  • eindterm 3
    HAVOVWO

    De kandidaat kan deelnemen aan meerdere turnactiviteiten binnen twee van de volgende deelgebieden: springen, zwaaien, acrobatiek, balanceren en klimmen, waarbij het gaat om verdieping van het niveau van deelnemen, individueel en samen.

    SE SE
B3

  • eindterm 4
    HAVOVWO

    De kandidaat kan twee dansen van minimaal zestien muzikale lengtes uitvoeren binnen één of meerdere deelgebieden van bewegen op muziek, waarbij het gaat om verdieping ten aanzien van veranderingen van tijd en ruimte, opeenvolging van verbindingen en veranderingen van opstelling en positie van de dansers ten opzichte van elkaar.

    SE SE
B4

  • eindterm 5
    HAVOVWO

    De kandidaat kan deelnemen aan minimaal één looponderdeel, één werponderdeel en één springonderdeel, waarbij het steeds gaat om verdieping van de juiste afstemming van de constituerende elementen (timing, richting, snelheid, afstand) ten opzichte van elkaar.

    SE SE
B5

  • eindterm 6
    HAVOVWO

    De kandidaat kan deelnemen aan minimaal één zelfverdedigingsspel, in partijen/of demonstratievorm, waarbij het gaat om verdieping van de eigen aanvallende initiatieven en het goed reageren op initiatieven van de partner.

    SE SE
B6

  • eindterm 7
    HAVOVWO

    De kandidaat kan deelnemen aan minimaal twee door de leerling te kiezen bewegingsactiviteiten die niet tot één van de hierboven genoemde activiteitengebieden behoren, waarbij het gaat om leren van de beginselen of het verdiepen van de bestaande bekwaamheid.

    SE SE
C

C1

  • eindterm 8
    HAVOVWO

    De kandidaat kan er in bewegingssituaties medeverantwoordelijkheid voor dragen dat bewegingssituaties zelfstandig en veilig ontworpen en ingericht worden, op gang gebracht, op gang gehouden en beëindigd worden en indien wenselijk worden aangepast aan de kenmerken en de wensen van de deelnemers.

    SE SE
C2

  • eindterm 9
    HAVOVWO

    De kandidaat kan bij bewegingsactiviteiten van een groep deelnemers de rollen van instructeur, coach/begeleider, scheidsrechter/spelleider en jurylid vervullen.

    SE SE
C3

  • eindterm 10
    HAVOVWO

    De kandidaat kan in binnen- of buitenschools verband een bewegingsactiviteit (helpen) voorbereiden, organiseren, evalueren en daarvan verslag doen, waarbij de gekozen organisatievorm moet passen bij de (context van de) bewegingsactiviteit.

    SE SE
D

D1

  • eindterm 11
    HAVOVWO

    De kandidaat kan verklaren welke betekenis sport en bewegen heeft voor de gezondheid in ruime zin, ook in relatie tot andere persoonsgebonden en maatschappelijke gezondheidsbeïnvloedende factoren.

    SE SE
D2

  • eindterm 12
    HAVOVWO

    De kandidaat kan een aantal fitheidstesten toepassen, de resultaten daarvan interpreteren en op basis van de waarde daarvan voor de verbetering van het prestatievermogen een trainingsprogramma kiezen en opstellen voor zichzelf, een ander of een groep.

    SE
D3

  • eindterm 13
    HAVOVWO

    De kandidaat kan bij de inrichting van en deelname aan bewegingssituaties laten zien dat hij oog heeft voor de eigen veiligheid en die van anderen en hij kan de meest voorkomende blessures correct herkennen, daarbij eerste hulp verlenen en waar nodig deskundige hulp inroepen.

    SE
E

E1

  • eindterm 14
    HAVOVWO

    De kandidaat kan op basis van eigen ervaring met werkzaamheden in het werkveld sport en bewegen een bewuste keuze maken voor de eigen (toekomstige) rol in dat werkveld.

    SE
E2

  • eindterm 15
    HAVOVWO

    De kandidaat kan de ontwikkeling van en de diverse aspecten en verschijningsvormen van de huidige bewegingscultuur verklaren en aangeven welke factoren van invloed zijn op de deelname van verschillende bevolkingsgroepen aan de bewegingscultuur.

    SE
E3

  • eindterm 16
    HAVOVWO

    De kandidaat kan de kenmerkende overeenkomsten en verschillen in structuur en organisatie van sport en bewegen op meerdere niveaus en in meerdere verschijningsvormen aangeven.

    SE
vw-1038

A

  • eindterm 1
    HAVOVWO

    De kandidaat kan bewegingssituaties kiezen, arrangeren en begeleiden, voor zichzelf maar vooral voor anderen, en daar op reflecteren.

    SE
B

B1

  • eindterm 2
    HAVOVWO

    De kandidaat kan deelnemen aan minimaal één doelspel, één terugslagspel en één slag- en loopspel, waarbij het gaat om verdieping van het niveau van deelname voor wat betreft complexiteit van het bewegen, diversiteit in taken en in contexten en het afstemmen van het eigen bewegen op dat van anderen.

    SE SE
B2

  • eindterm 3
    HAVOVWO

    De kandidaat kan deelnemen aan meerdere turnactiviteiten binnen twee van de volgende deelgebieden: springen, zwaaien, acrobatiek, balanceren en klimmen, waarbij het gaat om verdieping van het niveau van deelnemen, individueel en samen.

    SE SE
B3

  • eindterm 4
    HAVOVWO

    De kandidaat kan twee dansen van minimaal zestien muzikale lengtes uitvoeren binnen één of meerdere deelgebieden van bewegen op muziek, waarbij het gaat om verdieping ten aanzien van veranderingen van tijd en ruimte, opeenvolging van verbindingen en veranderingen van opstelling en positie van de dansers ten opzichte van elkaar.

    SE SE
B4

  • eindterm 5
    HAVOVWO

    De kandidaat kan deelnemen aan minimaal één looponderdeel, één werponderdeel en één springonderdeel, waarbij het steeds gaat om verdieping van de juiste afstemming van de constituerende elementen (timing, richting, snelheid, afstand) ten opzichte van elkaar.

    SE SE
B5

  • eindterm 6
    HAVOVWO

    De kandidaat kan deelnemen aan minimaal één zelfverdedigingsspel, in partijen/of demonstratievorm, waarbij het gaat om verdieping van de eigen aanvallende initiatieven en het goed reageren op initiatieven van de partner.

    SE SE
B6

  • eindterm 7
    HAVOVWO

    De kandidaat kan deelnemen aan minimaal twee door de leerling te kiezen bewegingsactiviteiten die niet tot één van de hierboven genoemde activiteitengebieden behoren, waarbij het gaat om leren van de beginselen of het verdiepen van de bestaande bekwaamheid.

    SE SE
C

C1

  • eindterm 8
    HAVOVWO

    De kandidaat kan er in bewegingssituaties medeverantwoordelijkheid voor dragen dat bewegingssituaties zelfstandig en veilig ontworpen en ingericht worden, op gang gebracht, op gang gehouden en beëindigd worden en indien wenselijk worden aangepast aan de kenmerken en de wensen van de deelnemers.

    SE SE
C2

  • eindterm 9
    HAVOVWO

    De kandidaat kan bij bewegingsactiviteiten van een groep deelnemers de rollen van instructeur, coach/begeleider, scheidsrechter/spelleider en jurylid vervullen.

    SE SE
C3

  • eindterm 10
    HAVOVWO

    De kandidaat kan in binnen- of buitenschools verband een bewegingsactiviteit (helpen) voorbereiden, organiseren, evalueren en daarvan verslag doen, waarbij de gekozen organisatievorm moet passen bij de (context van de) bewegingsactiviteit.

    SE SE
C4

  • eindterm 11
    HAVOVWO

    De kandidaat kan aangeven en verklaren welke (mentale, sociale, biomechanische en trainingskundige) factoren een rol spelen bij de begeleiding van individuen en groepen in uiteenlopende bewegingssituaties.

    SE
D

D1

  • eindterm 12
    HAVOVWO

    De kandidaat kan verklaren welke betekenis sport en bewegen heeft voor de gezondheid in ruime zin, ook in relatie tot andere persoonsgebonden en maatschappelijke gezondheidsbeïnvloedende factoren.

    SE SE
D2

  • eindterm 13
    HAVOVWO

    De kandidaat kan een aantal fitheidstesten toepassen, de resultaten daarvan interpreteren en op basis van de waarde daarvan voor de verbetering van het prestatievermogen een specifiek trainingsprogramma kiezen en opstellen voor zichzelf, een ander of een groep.

    SE
D3

  • eindterm 14
    HAVOVWO

    De kandidaat kan bij de inrichting van en deelname aan bewegings- en werksituaties laten zien dat hij oog heeft voor de eigen veiligheid en die van anderen en hij kan aangeven hoe adequaat met overbelasting kan worden omgegaan en daartoe waar nodig deskundige hulp inroepen.

    SE
E

E1

  • eindterm 15
    HAVOVWO

    De kandidaat kan op basis van eigen ervaring met werkzaamheden in het werkveld sport en bewegen een bewuste keuze maken voor de eigen (toekomstige) rol in dat werkveld.

    SE
E2

  • eindterm 16
    HAVOVWO

    De kandidaat kan de ontwikkeling van en de diverse aspecten en verschijningsvormen van de huidige bewegingscultuur verklaren en aangeven welke factoren daarop van invloed zijn geweest.

    SE
E3

  • eindterm 17
    HAVOVWO

    De kandidaat kan aangeven hoe persoonlijke en omgevingsfactoren in uiteenlopende leeftijdsfasen en omstandigheden een rol kunnen spelen bij het maken van keuzes ten aanzien van deelname aan bewegingscultuur.

    SE
E4

  • eindterm 18
    HAVOVWO

    De kandidaat kan aangeven hoe maatschappelijke factoren van invloed zijn op actieve en passieve sportbeoefening en wat de maatschappelijke betekenis van sport en bewegen voor de samenleving kan zijn.

    SE
E5

  • eindterm 19
    HAVOVWO

    De kandidaat kan de kenmerkende overeenkomsten en verschillen in structuur, de organisatie van en het beleid ten aanzien van sport en bewegen op meerdere niveaus en in meerdere verschijningsvormen aangeven.

    SE

Samen maken we goed onderwijs

Nieuwe kennisbank term
Niveau
Type
Niveau:

Type:

Hoofdterm:
Tekst
Zoektermen Zorg ervoor dat je de zoektermen scheidt van elkaar door middel van een ;